HET VERHAAL VAN 1969
Piet Nortier is ziek geworden en is niet langer actief betrokken bij de organisatie van de rally. Voor de andere organisatoren is na 1968 duidelijk dat de rally op een andere leest geschoeid moet worden om de financiële basis gezond te houden. Daarom wordt het reclamebureau Markos ingeschakeld om een nieuw concept uit te werken. Voor het eerst zal de start en finish van de rally plaatsvinden in Rotterdam, en de test op Zandvoort keert terug. Het bedrijfsleven in Rotterdam ondersteunt de rally volledig, en er worden rondom het evenement verschillende activiteiten georganiseerd. Dit jaar telt de rally niet mee voor het Europese Kampioenschap voor merken (maar wel voor rijders, dit verandert nu elk jaar), waardoor de interesse van de fabrieken voor deelname beperkt is. Bovendien duurt het lang voordat de financiering rond is, wat leidt tot een ietwat late publicatie van de rally en dit heeft ook geen positieve invloed op het aantal deelnemers dat zich inschrijft. De inschrijvingen onder amateurs zijn bemoedigend. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het lagere inschrijfgeld, het feit dat er reclame op de auto’s mag worden geplaatst en de uitreiking van geldprijzen (in totaal 20.000 gulden, ook in de amateurklasse).
De belangrijkste deelnemers zijn Zasada (Porsche), Gerard van Lennep en Rob Slotemaker (beiden met BMW), Kees van Grieken-Bob de Jong (Alfa Romeo 1750), de Belg Gilbert Staepelaere met Ford Escort en de DAF’s van Haxhe, Toussaint en Koks. Het Nederlandse Nationale Racing Team gebruikt drie fabrieks-Datsuns, die ook worden ondersteund door Datsun Nederland.
Dit jaar zijn er drie speciale etappes opgenomen in de route; de eerste hiervan is het Circuit van Zolder. Daarnaast zijn er natuurlijk een aantal speciale tests die door de deelnemers moeten worden afgelegd binnen een vooraf bepaalde maximale tijd. Via verschillende dorpen in België, en niet langer over de snelweg, loopt de route vervolgens naar Larochette en Sarrebourg waar de bergwegen beginnen. De route loopt dan via Dabo, St. Odile, La Rothlach en vervolgens over de Cols de la Charbonnière, de Fouchy en dan de Ballon d’Alsace. Het weer speelt nu een belangrijke rol, en de aanhoudende regen en overvloedige mist maken de rally bijzonder zwaar. In de klasse 0 tot 850 cc trekt iedereen zich terug in de Vogezen. Vervolgens rijden de deelnemers de Route Joffre, waarna ze richting Annecy gaan via Cernay voor de rest van de route. Daarna rijden de teams naar Surier voor de Nacht van Annecy. Na Rumilly, 423 km van Annecy, omvat de route de uitdagende Mont Clergeon (etappe van 18 km) en de Sapenay. Daarna volgt de route over de Cols du Brabant, de Fouchy en de Breitenbach. Vanuit Sarrebourg keert de route terug naar Nederland voor de speciale etappes op de Vlasakkers. De teams keren op donderdag terug naar Rotterdam, waarna de auto’s op vrijdag worden opgesteld in de Ahoy Hall in Rotterdam. Hier kunnen de deelnemers, zonder hulp van serviceteams, voorbereidingen treffen voor de eindtest op het Circuit van Zandvoort. De Zandvoort-test bestaat uit vijf ronden over het circuit, voorafgegaan door twee ronden achter de pace car met een gemiddelde van 80 km/u.
Een van de grote favorieten, de voormalige Poolse Europese kampioen Zasada, verdwijnt uit de strijd met zijn Porsche voor Gérardmer. De gebroeders Luijbrechts, met DAF, hebben buitengewoon veel pech. Eerst vervangen ze het gebarsten voorruit met een plastic exemplaar. Vervolgens lekt de brandstoftank. Ze proberen het te dichten met kauwgom (in totaal 60 pakjes), maar belanden uiteindelijk in een sloot waar het voorwiel beschadigd raakt. In Annecy, wanneer er nog 58 deelnemers in de race zijn, leiden Staepelaere-Aerts, gevolgd door Slotemaker-Van der Geest met 169 strafpunten. Van Grieken en De Jong verliezen hun leiding in de Grand Turism klasse wanneer ze van de weg raken op de terugweg in België. De test op Zandvoort wordt bijna automatisch gewonnen door Rob Slotemaker, die kort daarna gevolgd wordt door de kleine Belgische dame ‘Christine’.
Uiteindelijk wordt Gilbert Staepelaere de verdiende winnaar van deze 21e editie in nieuwe stijl. Rob Slotemaker bewijst opnieuw aan de top van de equipes in Nederland te staan en eindigt samen met Ferry van der Geest op de tweede plaats overall en als beste Nederlander. Daf boekt bijzonder succes met Haxhe en Laurent (ondanks een botsing op de Cote de Bienne waar alle ramen in de Daf worden vernield) respectievelijk als vierde en vijfde, en Koks net daarachter als zevende. De Belgische dames Christine Beckers en Gaby Arendt winnen de Coupe des Dames.