HET VERHAAL VAN 1953
In deze editie is de organisatie opnieuw op zoek naar methodes om tijdens de route het klassement te bepalen en daarmee de invloed van de slotproef op Zandvoort op de einduitslag kleiner te maken. Tevens tracht men om het systeem, waarbij uit de verschillende klassen de eindoverwinnaar van de Tulpenrallye wordt bepaald, eerlijker en meer concurrerend te maken. In Spa krijgt men het routeboek slechts drie seconden voor de start uitgereikt. De auto’s moeten dit jaar volledig voldoen aan de door de fabriek opgegeven specificaties en mogen niet worden opgevoerd.
Via aanlooproutes van ongeveer 500 km bereiken alle equipes de gezamenlijke startplaats Spa. De rally bevat 5 speciale etappes en 4 klassementsproeven. De eerste proef ligt bij Clervaux en heeft een lengte van 1150 meter met 100 meter hoogteverschil; een daalproef. Deze proef moet worden afgelegd zonder de motor van de auto aan te zetten; alleen de handrem en voetrem mogen worden gebruikt! Bij de start worden door een aantal officials blokken die voor de wielen van de auto zijn geplaatst weggetrokken, waarna de proef begint. Sommige deelnemers gooien voor de proef de tank nog eens extra vol met benzine om zo meer gewicht te hebben tijdens de afdaling. Verder worden door de meeste deelnemers de banden keihard opgepompt. In de auto neemt een official plaats om toezicht te houden op de bestuurder. Hierna wacht de speciale etappe van Wilwerwiltz naar Heiderscheidergrund. De 82 km moet in 72 tot 88 minuten worden afgelegd (verschillend per klasse). Inmiddels is het bijzonder hard gaan regenen. Vanuit Luxemburg gaat de route dan naar Epinal, waar aan de klim van de Ballon d’Alsace (9.5 km) wordt begonnen, met een start in Malvaux. De equipes krijgen hier te maken met regen, sneeuw en mist, waardoor de tijden in veel gevallen belangrijk langzamer zijn dan vorig jaar (Imhof met zijn Allard heeft bijvoorbeeld bijna twee minuten meer nodig). Hierna volgt de tweede speciale etappe over 42 km van Willer naar Schweighouse. Het is nog steeds erg mistig en de deelnemers krijgen dan ook meer tijd om deze etappe te rijden. Nadat Piet Nortier heeft besloten om alle equipes vijf minuten meer te geven voor de etappe, kan hij geen telefonisch contact krijgen met Han van der Heijden die ter plaatse is. Er wordt dan besloten om deze boodschap in een verzegelde enveloppe mee te geven aan Appleyard die de etappe als eerste af zal leggen. Vanuit Belfort gaat het naar Genève, het zuidelijkste punt van de rally, waar tevens kan worden gerust. De terugweg begint met de beklimming van de Col de la Faucille (10.6 km met een hoogteverschil van 600 m). De derde speciale etappe loopt van de top van de Faucille naar St. Claude en telt 387 bochten. Hierna volgt een route via Dôle en de Ballon d’Alsace voor de beklimming overdag, naar Gérardmer. De volgende speciale etappe loopt dan naar Saarbrücken over 80 km. De laatste etappe is de route van de ‘Duizend Bochten’ en brengt de deelnemers naar Luik. Van daaruit gaat het via Roermond, Eindhoven en Breda naar Noordwijk. De dag daarna, op Koninginnedag, wordt op het Circuit van Zandvoort de slotproef gehouden. De tien best geplaatste deelnemers uit elk van de tien klassen, komen hierin aan de start. De races beginnen met een Le Mans start, waarna tien ronden op het circuit moeten worden afgelegd in tegengestelde richting. Op het circuit zijn tribunes voor 1000 extra bezoekers geplaatst.
Na de eerste twee proeven gaat Bill Banks aan de leiding in de Vogezen, gevolgd door Carstedt en Van Zuylen van Nijevelt. Coenen en Butter (de bekende schuifdaken-fabrikant) vinden een oplossing voor de mist in de tweede speciale etappe. Butter gaat staan in de auto en heeft zo door het open dak een beter zicht op de weg. Hij trekt bestuurder Coenen links of rechts aan zijn haren om zo aan te geven in welke richting gestuurd moet worden. Dries van der Lof valt voor Genève uit met problemen aan het oliecarter van zijn MG. De auto wordt in de Vredestein service vrachtauto mee terug naar Nederland vervoerd. Voor de slotproef op Zandvoort worden zeven equipes gediskwalificeerd omdat de auto’s niet conform het reglement zijn (hieronder bevindt zich ook Gatsonides). De Jowett Javelin van de Fransman Becquart, die hij direct van de fabriek heeft geleend, blijkt aan de finish een niet originele motor te hebben. Zijn winstpunten vallen daarom ten deel aan Graaf Hugo van Zuylen van Nijevelt, die hierdoor de rally op zijn naam schrijft. Daarna wordt ook de Sunbeam van Elliott, die hij recentelijk van Stirling Moss heeft overgenomen, afgekeurd; hij was als tweede gefinisht op de slotproef in Zandvoort. Banks, die aanvankelijk als winnaar van de rally was gehuldigd, probeert nu om via een protest zijn plaats terug te krijgen. Hij protesteert tegen de Morgan van Clarkson. Deze is weliswaar uitgevallen, doch volgens Banks is zijn auto niet reglementair. Als dit protest wordt toegewezen dan is Banks opnieuw de winnaar, omdat hij dan de winstpunten van Clarkson op de Ballon bij die van hem mag optellen. Het protest wordt echter afgewezen, vooral omdat de auto van Clarkson niet kan worden gekeurd aan de finish omdat hij eerder is uitgevallen. Hugo van Zuylen van Nijevelt en Frans Eschauzier brengen Nederland de eerste overwinning in de Tulpenrallye. Het team Piet Jetten-Louis van Noordwijk-Nol van der Vlies wordt vierde en wint tevens de eigen klasse, en is het snelst in de slotproef op het Circuit van Zandvoort, voor Sheila van Damm. Louis van Noordwijk is op dat moment tevens commentator bij Formule races in Europa, baancommentator op het Circuit van Zandvoort en hij wordt later ook nog commentator bij ‘Sport in Beeld’, de TT van Assen en Avro’s Rallycross. Ian Appleyard bezet de vijfde plaats in het eindklassement. Jowett Javelin wint de merkenteamprijs met Van Zuylen van Nijevelt, Scheffer en Homan. Greta Molander en H. Lundberg winnen de Coupe des Dames.