HET VERHAAL VAN 1954
De gemiddelde snelheid wordt in deze editie verder opgevoerd: 50 km/u geldt op de meeste speciale etappes en de trajecten daartussen. Het systeem van de winstseconden wordt opnieuw toegepast. Hierbij krijgt men extra winstpunten, niet op basis van het winnen van de klasse, maar op basis van het aantal seconden verschil met de eerstvolgend geplaatste equipe. Dit systeem werkt helaas wel het vormen van combines in de hand. 1200 Franse gendarmes worden langs de route ingezet om de rally voorspoedig te laten verlopen. 211 equipes verschijnen aan de start. De winnaar van de vorige editie, graaf Hugo van Zuylen van Nijevelt, doet niet mee omdat hij op dat moment in Singapore verblijft. De buitenlanders zijn met 108 net in de meerderheid en komen onder andere uit Engeland (52), Duitsland (18), Frankrijk (10), Denemarken en België (5).
Er wordt wederom gestart vanuit de zeven bekende plaatsen in Europa voor de aanlooproutes, die elk ongeveer 500 km lang zijn. Alle deelnemers komen vervolgens bij elkaar op de Nürburgring, van waaruit het 2885 km lange gezamenlijke parcours, met daarin 14 speciale etappes, wordt gestart. De Ring is de eerste speciale etappe, waarbij het circuit in tegengestelde richting moet worden afgelegd binnen een vastgestelde tijd (16 minuten). Slechts twaalf equipes lopen in deze etappe strafpunten op. De route voert verder onder meer via de Eifel, de Hunsrück, waar de deelnemers voor Trier met mist geconfronteerd worden, en de Vogezen naar Belfort, met daarin opgenomen 4 speciale etappes en 3 klassementsproeven (waaronder 2 x Ballon d’Alsace). De derde proef is een acceleratie-rem-proef op de Ballon. De afstand bedraagt slechts 300 meter, met staande start, waarna aan de finish a cheval moet worden gestopt: twee wielen voorbij en twee wielen voor de finishlijn. Een van deze etappes wordt geannuleerd, vanwege de sneeuw op de weg en de slechte toestand van de wegen na een zware winter. Vervolgens gaat het over 365 km, met daarin twee speciale etappes, via St. Claude naar Champagnole en daarna naar Chambéry (280 km). Vier speciale etappes en een proef (de klim van de Auberge du Pin over 7 km) zijn opgenomen in de route van 800 km via Valence en Bourg-en-Bresse naar Belfort. De 5e proef is opnieuw de Ballon d’Alsace, die hiervoor geheel voor het overige verkeer is afgezet; de R.A.C. West legt verder op deze proef ongeveer 3 km telefoon-verbinding aan zodat de officials met elkaar kunnen communiceren. Via een speciale etappe van 21 km van Kautenbach naar Soultzbach, rijden de equipes de 415 km naar Luxemburg. De laatste 470 km gaan van Luik, via Eindhoven naar Noordwijk. In de route zijn in totaal 14 speciale etappes opgenomen, met een totale lengte van 404 km. Ook zijn 5 klassementsproeven en de inmiddels bekende slotproef op het Circuit van Zandvoort opgenomen.
De 6e editie van de rally is zeker de zwaarste tot op dat moment. De belangrijkste reden hiervoor is de snelle opeenvolging van de speciale etappes alsmede de hoge gemiddelde snelheid van 50 km per uur en meer. Jan Flinterman valt uit in de derde speciale etappe als hij twee toeschouwers ontwijkt en tegen een boom rijdt. Na de derde speciale etappe is het duidelijk dat de strijd vooral zal gaan tussen de Belgen Pierre Stasse en Olivier Gendebien (Alfa Romeo) en de Duitse Equipe Werner Engel-Gilbert Ambrecht (Porsche). Tak-Niemöller, met Alfa Romeo, halen ook de finish niet wanneer zij tegen een rotsblok rijden dat door onduidelijke redenen op de weg terecht is gekomen. Rob Slotemaker valt uit in de Ardennen, nadat hij in een ravijn is gereden. 44 (21.5%) van de 128 equipes die in de storm aan de finish komen, blijven zonder strafpunten. Nadat de deelnemers op woensdag in Noordwijk finishen, wordt op vrijdag (Koninginnedag) in Zandvoort nog de slotproef verreden. Alle 10 klassen rijden een aparte race over 10 ronden, waarbij het circuit volgens de traditie van de Tulpenrallye in tegengestelde richting wordt gereden.
De zesde editie wordt gewonnen door de Belgen Stasse en Gendebien, terwijI Sheila van Damm, vooral op basis van haar prestaties op Zandvoort, de Coupe des Dames wint samen met de dames Hall en Clarke (zij worden tevens 10e in het algemeen klassement). Olivier Gendebien is niet present bij de feestelijke prijsuitreiking; hij is dan al op weg naar Brescia om als deelnemer aan de start van de Mille Miglia te verschijnen. Een nieuwe prijs dit jaar is de Landentrophée, voor teams bestaande uit vijf equipes uit hetzelfde land. De Duitsers winnen deze prijs, en ook de clubteamprijs gaat naar dat land.