HET VERHAAL VAN 1991
Na de financiële problemen in 1990 is de AMAC toch weer in staat om een Tulpenrallye te organiseren. Ook dit jaar lijkt het er lange tijd op dat de begroting niet rond komt, totdat de vier importeurs met de grootste belangen in de Nederlandse rallysport besluiten om het evenement financieel te ondersteunen. De gemeente Barneveld wordt dit jaar daadwerkelijk betaald door de organisatie voor de inzet van politie en andere diensten. John Bosch start dit jaar vooral in het Europees rally-kampioenschap, maar heeft al in een vroeg stadium besloten om ook in de Tulpenrally te starten. De overige Nederlandse starters zijn Erwin Doctor (Opel), Jan van der Marel (Ford), Theo Knoop (Peugeot), Henk Vossen (BMW) en Chiel Bos (Lancia). De belangrijkste buitenlanders zijn de Finse Ford-rijders Juha Miettinen en Jussi Makinen, beide met een Ford Sierra Cosworth uitkomend in het Nederlands kampioenschap dit jaar, en Jen Ole Kristiansen met Peugeot 405 Mi.16.
De rally kent zestien klassementsproeven met in totaal ‘slechts’ 130 km. Twee dagen voor de rally lopen er nog twee AROB procedures van omwonenden, maar deze worden niet ontvankelijk verklaard. De auto’s worden op vrijdagavond technisch gekeurd, waarbij ook de politie een speciale controle uitvoert op de papieren van auto’s en bestuurders. De start is dit jaar om zeven uur in de morgen. De Vlasakkers kan weer niet in zijn geheel worden verreden en blijft beperkt tot het Amersfoortse gedeelte. Op het finish-gedeelte van de klassementsproef Soesterberg (deze wordt ook over afgesloten militair terrein verreden maar het laatste stuk is wel toegankelijk) hebben zich enige tienduizenden toeschouwers verzameld. Daardoor is de organisatie genoodzaakt om de route voor de tweede omloop op Soesterberg een stuk in te korten. De befaamde slotproef op de Harselaar in Barneveld wordt niet in de route opgenomen, omdat de kosten voor de politie-inzet op die proef door de organisatie te hoog worden gevonden.
John Bosch neemt op de eerste proef direct de leiding en wint ook de tweede. Op de derde proef moet Bosch voor de start iets langer wachten waardoor de banden afkoelen (het BMW team werkt met banden-warmers). Hij gaat kort na de start van de weg en verliest 30 seconden wanneer het aanwezige publiek de BMW uit de sloot moet tillen. De jonge Chiel Bos neemt dan de leiding over, maar moet een paar proeven later opgeven met een defecte motor. Jan van der Marel ligt daarna in eerste positie. Helaas krijgt hij op de Vlasakkers weer te maken met de Tulpenrallye-pech die hij de afgelopen jaren meerdere malen is tegengekomen, wanneer zijn voordifferentieel kapot gaat. Zo komen Bosch en Gormley weer aan de leiding en staan die daarna niet meer af. Voor Erwin Doctor is een hoge klassering van belang voor het Nederlands Kampioenschap. Hij kan met zijn Opel Kadett het geweld van de BMW van Bosch en de Ford Sierra Cosworth van Miettinen niet volgen, maar een derde plaats is van groot belang voor hem. Helaas kan hij de Deense kampioen Jörgen Nielsen, rijdend met eenzelfde auto, niet bijhouden. Omdat Nielsen voor de Deense dealer-organisatie rijdt volgen er teamorders om Doctor aan de derde plaats te helpen. Nielsen stopt een aantal tellen op de laatste proef en zo kan Doctor hem passeren in het eindklassement.
Bosch wint zo zijn vierde Tulpenrallye. Miettinen wordt tweede, gevolgd door Erwin Doctor. Eddy van den Hoorn is de winnaar van de nationale klasse. De prijsuitreiking wordt weer op zondag gehouden in Hoevelaken.