HET VERHAAL VAN 1976
De organisatie heeft de financiële problemen uit het verleden overwonnen, dankzij de internationale sponsoring van Gulf. Het budget van deze rally bedraagt 135.000 gulden, waarbij Gulf een aantal kosten voor haar rekening neemt.
Onder startnummer 1 vertrekt Maurizio Verini, Europees kampioen rally’s 1973, met een Fiat 131 Abarth Mirafiori. De Fin Markku Alèn vertrekt met eenzelfde auto, waarmee het Italiaanse fabrieksteam compleet is. De kanshebbers uit België zijn de equipes Gustaysson-De Langhe, Staepelaere-Vaillant (winnaars in 1969) en Didi-Lux. Lars Carlsson-Bob de Jong (Opel Kadett GTE), Wim Luijbrechts, genavigeerd door zijn broer Cees met Triumph Dolomite en Rob Slotemaker (Opel Kadett GTE), ditmaal genavigeerd door André Jetten, zijn de belangrijkste Nederlandse inschrijvingen . Verder zijn Opel Kadett GTE’s aangemeld door Henk van der Lee en Jan van der Mare!. Walter Röhrl, de winnaar van 1974 verschijnt niet aan de start omdat hij door Opel wordt ingezet tijdens de East African Safari rally.
In de 1200 km lange route, is ongeveer 197 km aan klassementsproeven en speciale etappes opgenomen. De Belgische proeven zijn allemaal verhard, maar van de Nederlandse proeven is ongeveer de helft onverhard. Alle klassementsproeven zijn vooraf geheim. Een aantal GULF benzinestations fungeert als routecontrole, volgens het concept van de STAR rally. De rally duurt van vrijdagmiddag tot zondagmiddag, met een rust op zaterdag overdag in Colmar-Berg in Luxemburg. De technische keuring vindt op vrijdag 23 april plaats bij de Rijks Automobiel Centrale in Rotterdam. De start wordt deze keer niet gehouden op de Coolsingel maar voor de Rotterdamse Doelen. Na de start wordt de proef op de Vlasakkers verreden, gevolgd door een aantal proeven rondom Nijmegen. Hierbij lopen de meeste deelnemers enige vertraging op door het drukke verkeer in de binnenstad van Nijmegen. Via proeven in Limburg, onder meer bij Berg en Terblijt, rijden de deelnemers dan naar België. Hier verbiedt de politie om vier uur ’s nachts het verder verrijden van de proeven, waarna de deelnemers koers zetten richting Luxemburg voor de rust. De eerste proeven in België leveren problemen op wanneer de plaatselijke controleurs niet op tijd verschijnen. Eén van de proeven wordt daarnaast afgelast omdat er teveel split op de weg ligt. In Limburg loopt de rally enige vertraging op door het massaal toestromende publiek en na Valkenswaard wordt ook in Nederland een aantal proeven geannuleerd. Op de proef bij Middelbeers komt een aantal deelnemers in de modder vast te zitten, maar een plaatselijke boer is voor 25 gulden per auto zo welwillend om ze weer los te trekken. De organisatie krijgt enige kritiek voor de lange wachttijden voor de proeven en het feit dat de bepijling op een aantal proeven te wensen overlaat.
De Italianen hebben problemen met de versnellingsbak van de nieuwe Fiats. Verini wint weliswaar de eerste proef en weet dit later nog één maal te doen, maar kan verder niet op tegen het Benelux-geweld. De Fiat- monteurs vervangen weliswaar een versnellingsbak in 31 minuten, waardoor Verini zich weer enigszins met de strijd om de kop kan bemoeien, maar hij kan slechts tot de 4e versnelling schakelen. Ook Markku Alèn heeft problemen met zijn versnellingsbak op de eerste KP (Vlasakkers). Nadat deze is vervangen, moet later bij hem ook nog de bobine verwisseld worden. Hij krijgt dan de opdracht om niet langer voor het klassement te rijden, maar om voor alles-of-niets te gaan om aldus het nieuwe Fiat- materiaal tot het uiterste te beproeven en daarmee belangrijke ervaring op te doen voor de komende rally’s met de nieuwe auto. In Valkenswaard krijgt hij later in de rally nog last van een kokende motor. De wedstrijd gaat vooral tussen Lars Carlsson (Opel Kadett) en Gilbert Staepelaere (Ford Escort) die om beurten de proeven op hun naam schrijven. Bij de rust in Colmar-Berg ligt Staepelaere 43 sec. voor, omdat Carlsson een proef op verkeerde banden heeft gereden en een maal naast de weg terecht is gekomen (Papendal). Man Bergsteijn gaat bij Linden aan de Maas met zijn Datsun Cherry te hard door een kuil, waardoor zijn auto omslaat en 25 meter doorschuift op het dak. Rob Slotemaker verbaast zich tijdens de rally over het professionele gedrag van de fabrieksteams, met allerlei soorten banden die regelmatig worden gewisseld, en over de hobbelige bospaden die veelal ’s nachts moeten worden gereden. Op de 26e klassementsproef (Berg en Terblijt) rijdt Staepelaere, door de gebrekkige bepijling, verkeerd, waardoor zijn voorsprong terugloopt tot enkele seconden. Op de één-na-laatste proef, Klassementsproef 36 Alphen, wordt de hoog opgelopen spanning voor Staepelaere te veel. Het stuur schiet uit zijn handen, hij raakt van de weg en verliest meerdere minuten en daarmee de rally. De bemanning probeert de auto tevergeefs zelf los te graven, maar gelukkig is een aantal toeschouwers bereid om te helpen.
De einduitslag is al een uur na de finish officieel. De prijsuitreiking is op zondagavond in het Hilton Hotel in Rotterdam, maar zonder koud buffet om de kosten te beperken. De Italiaanse professionals maken geen gebruik van het lijstje met 30 mogelijke punten voor protesten dat zij klaar hadden liggen. Verini-Russo worden tweede achter Carlsson, gevolgd door Staepelaere (derde), Alèn en Luijbrechts. De vijfde plaats gaat naar Luijbrechts, toen Plas, op dat moment vijfde, op de laatste klassementsproef (Zestienhoven) vijftig meter voor de finish met een gebroken aandrijfas op moest geven. Pannekoek-Brouwer winnen categorie 2, terwijl de overwinning in categorie 3 voor van Espelo en Schipper is.