HET VERHAAL VAN 1966
Tot 1965 werd de Tulpenrallye financieel mogelijk gemaakt door een Raad van Bijstand, bestaande uit DAF, Vredestein, Esso, BP, Caltex, Shell en het Nationaal Bloembollencomité. In de eerste 17 jaar van de rally hebben deze bedrijven gezamenlijk één miljoen gulden in de rally geïnvesteerd. In 1965 werd aangekondigd dat deze financiële steun zou stoppen. Gelukkig zijn organisatoren Piet Nortier en Sybren Roest erin geslaagd om BP International (hoofdsponsor) en BP France (het betalen van alle olie en benzine voor de 50 hoogst geklasseerde amateurs) te interesseren om de financiering van het evenement over te nemen. Het drukker wordende verkeer maakt het steeds moeilijker om internationale rally’s te organiseren. Het kan alleen nog wanneer men drukke verkeerswegen omzeilt en de proeven organiseert op afgesloten wegen. De politie in Frankrijk moet betaald worden voor het afzetten van de wegen voor de proeven. Er wordt voor het eerst gereden volgens de nieuwe Annexe J van de F.I.A. Groep 1 voor serie-toerwagens waarvan er tenminste 5.000 gebouwd moeten zijn, groep 2 voor toerwagens waarvan er 1.000 gebouwd zijn en waar verder aan gesleuteld mag worden en groep 3 voor de Grand Turisme auto’s waarvan er 500 gebouwd zijn. Er wordt dit jaar voor het eerst afgestapt van de diverse systemen van handicaps en coëfficienten die in het verleden zijn gemaakt om een algemeen klassement op te maken. Er wordt nu gewoon ‘scratch’ gereden, waarbij de deelnemer met de snelste tijd het eindklassement wint, onafhankelijk van het feit in welke klasse of auto hij of zij rijdt. Georganiseerde service aan de deelnemers onderweg is verboden. Desalniettemin rijdt er een oranje Citroën Break van het Racing Team Holland rond en wordt Erik Carlsson wanneer hij met carburatie-problemen aan zijn Saab is uitgevallen vervolgens ’toevallig’ opgehaald langs de route door een Zweedse toerist in een Saab.
De gebroeders De Wild schrijven in met een Volkswagen 1600 TL die op dat moment nog niet is gehomologeerd. De F.I.A. vergadert hier uiteindelijk pas over op de dag van de start van de rally, waardoor zij niet kunnen deelnemen. Ook Rosemary Smith gaat niet van start; zij geeft de voorkeur aan de Shell 4000 die op hetzelfde moment in Canada wordt verreden.
De rally bestaat uit twee volledige dagen en twee nachten, waarin voortdurend wordt doorgereden. Er zijn achttien klassementsproeven, waarvan er zes nog nooit eerder in internationale rally’s zaten, en een groot aantal speciale etappes. Een aantal proeven in de Vogezen is hetzelfde als in 1965, aangezien daar door bijzonder veel sneeuw toen niet gereden kon worden. Voor het eerst wordt een proef, op de terugweg verreden op het militaire oefenterrein de Vlasakkers bij Amersfoort. Ook de geheime proef op het vliegveld Soesterberg is nieuw. Voor het afzetten van beide proeven zijn 2.000 strobalen nodig. De route voert weer naar Genève.
Na de start in Noordwijk volgt de eerste proef bij La Reid met een lengte van 2.5 km. De tweede proef is de bekende klim van La Roche naar Samrée in België, gevolgd door de klims van Kautenbach en Bourscheid in Luxemburg. In de Vogezen zijn de bekende proeven van Charbonnière en Ballon d’Alsace in de route opgenomen, terwijl op de terugweg ook de proeven van Ballon d’Alsace, Col de Bramont, Trois-Epis en Breitenbach worden gereden. Voordat men aan de terugweg begint, is er echter eerst nog een zuidelijke lus naar Genève met daarin de proeven van La Croisette, Mont Salève en Col de la Faucille. Verder in het noorden volgen dan op de terugweg nog de proef van Bourscheid die opnieuw wordt verreden, de Route de Mont in België en de twee proeven van Leusden (de militaire terreinen de Vlasakkers en Soesterberg) met de proef op het Circuit van Zandvoort als afsluiting. Op vrijdag wordt in Noordwijk nog een slalom uitgezet, die niet meetelt voor het klassement. De Pool Zasada zet hierbij zijn Steyr Puch op het dak.
Tot de kanshebbers dit jaar behoren onder meer Erik Carlsson (Saab) en Peter Harper die onder nummer 1 met een Sunbeam Tiger start. Andere bekende inschrijvingen zijn Simo Lampinen (Ford Lotus Cortina) en Vic Elford (Ford Lotus Cortina). Rauno Aaltonen en Timo Mäkinen komen beiden uit met fabrieks-Coopers S. De beide heren tossen, en Aaltonen wint aldus de stoel van de veel snellere groep-2 versie, waarna Mäkinen het moet doen met de standaard groep-1. Tot de Nederlandse favorieten behoren de beide Porsches 911 van het Stichts Racing Team met Gijs en David van Lennep en Joop Heidendahl-Jooks Klein. Ook Dick Schwarz-Gerard van Lennep (Fiat 2300), Rob Gorris-Bob Boekhout (BMW 1800), Dries Jetten-Jan Horbach met Opel Rekord en Rob Slotemaker-Ferry van der Geest met Alfa Romeo GTA behoren tot deze categorie. Pat Carlsson Moss en Elisabeth Nystrom hebben dit jaar de Saab verruild voor een Plymouth Barracuda.
Slotemaker heeft er veel zin in. Samen met zijn co-equipier Ferry van der Geest, die hij heeft geruild voor de Italiaan lgnazio Giunti die eerst door de fabriek aan hem was toegewezen. Hij gaat snel van start in Noordwijk en is de snelste op de eerste proef, samen met de Van Lenneps. De tweede proef wordt ook gewonnen door ‘Sloot’. Slotemaker staat niet echt bekend om het voorzichtig omgaan met het materieel en op de vijfde proef moet hij dan ook opgeven met een gebroken steekas. Na de zesde klassementspoef gaat Vic Elford aan de leiding, gevolgd door Peter Harper. De gebroeders Van Lennep zijn dan derde. Halverwege de rally gaat Rauno Aaltonen aan de leiding met de BMC Cooper en zijn de Van Lenneps teruggezakt naar de vijfde plaats.
Gijs en David van Lennep zakken in het tweede gedeelte nog verder terug, door problemen met de banden en de koppeling. In Morez vervangen de fabrieksmonteurs van Saab aan één van de auto’s de koppeling. Hiervoor moet tevens de motor worden uit- en ingebouwd en zij klaren de hele klus in 31 minuten. Hierna halen zij een gasbrander uit de auto en braden een kippetje. In tegenstelling tot voorgaande jaren, zijn er ditmaal geen protesten aan de finish; een bewijs van het feit dat de rally goed is verlopen en de sfeer optimaal is. Rauno Aaltonen en Henry Liddon winnen het eindklassement. Dries Jetten en Jan Horbach (3e) en de gebroeders van Lennep (6e) zijn de beste Nederlanders. De dames Pat Carlsson-Moss en Elisabeth Nystrom winnen de Coupe des Dames. De prijsuitreiking is dit jaar weer op zaterdag (30 april), om de rekenkamer meer tijd te geven de uitslagen te berekenen.