HET VERHAAL VAN 1962
Jacques Lioni, één van de mannen van het eerste uur, trekt zich dit jaar terug uit de organisatie omdat hij het te druk heeft met andere werkzaamheden. Het aantal deelnemers valt dit jaar tegen, met name onder de Nederlanders (41). De Nationale Tulpenrallye is afgeschaft, omdat de meeste Nederlanders uiteindelijk toch liever meedoen in de internationale wedstrijd. Hierin zijn zij echter niet opgewassen tegen de buitenlandse fabrieksteams, hetgeen de belangrijkste reden is voor het teleurstellende aantal vaderlandse aanmeldingen. De deelnemers zijn verdeeld over tien klassen en het nieuwe systeem voor het berekenen van het eindklassement lijkt nog eerlijker en sluit de mogelijkheden voor het vormen van combines geheel uit.
Hoewel het aantal deelnemers aan de lage kant is, verschijnt de volledige Europese top aan de start. Dit is een prestatie van de organisatie, zeker als men bedenkt dat de Tulpenrallye een van de weinige rally’s is die nog geen prijzengeld betaalt. De Morley Brothers starten met nummer 1 in hun Austin Healey. Andere kanshebbers zijn Riley-Astle (ook met Austin Healey) Rauno Aaltonen met MG, de Duitse Porsche fabrieksrijder Hans Joachim Walter, de voormalig Europees kampioen Gunnar Andersson uit Zweden (met Volvo 122 B 18), Erik Carlsson met Saab en Ben Pon-Rob Gorris met een Porsche Carrera.
De start vindt plaats op maandagnacht om 23.51 uur. 21 klassementsproeven zijn in de route opgenomen, waarvan er uiteindelijk 18 zullen worden verreden. Dinsdagmorgen zijn de deelnemers heel vroeg bij de Nürburgring voor de eerste klassementsproef. Vervolgens wordt eerst door de Eiffel en daarna via Saarbrücken de hele dag in de Vogezen gereden. De proef over de Ballon d’Alsace start met de nodige vertraging, door een gendarme die niet goed geïnstrueerd is en omdat een boer met zijn vee eerst nog over de proef moet. Aan het begin van de avond arriveren de deelnemers in Genève voor een nacht met twee zware proeven (Mont Salève en Chamrousse). Ook de volgende morgen volgt er nog een groot aantal proeven (Col St. Jean, Mont Ventoux, Col des Leques, La Roquette en de Col de Turini), voor de deelnemers rond het middaguur in Monaco arriveren. Hier kunnen zij 18 uur rusten tot woensdagmorgen wanneer de retour-route start. Tijdens deze rustpauze wordt er geen tussenstand gepubliceerd, zodat alle deelnemers en betrokkenen hier volop over kunnen speculeren. Via diverse zware klassementsproeven voert de route dan naar Champagnole, waar ’s nachts een controle is, waarna de karavaan donderdagmorgen in Belfort arriveert. Van daaruit gaat het opnieuw door de Vogezen naar België, gevolgd door enige proeven in Luxemburg. De laatste proef wordt donderdagmiddag in Nederland verreden op de Camerigerberg in de buurt van Maastricht.
De jonge Nederlandse equipe Vos – Den Boer raakt na de proef op de Mont Ventoux van de weg wanneer een stuk ijzer een band scheurt. Hoewel zij slechts met lage snelheid rijden, komt Henk den Boer hierbij om het leven. De Nederlandse equipe Ben Pon / Rob Gorris maakt tijdens de rally een steeds betere kans op de overwinning wanneer eerst de snellere Walter op de Col de la Charbonnière op moet geven met achteras-problemen en vervolgens de dames Hall en Domleo, die dan aan de leiding liggen, van de weg raken. Op de terugweg krijgen Pon en Gorris echter problemen met de versnellingsbak. Bij de controle in Larochette liggen er stukjes ijzer in de bak. Met nieuwe olie proberen zij het nog, maar buiten Larochette komt de rally voor hen tot een einde. De vervangende versnellingsbak die al op weg is naar de Camerigerberg komt te laat. Dries Jetten, op dat moment leider in zijn klasse, raakt op de Camerigerberg van de weg. Hij bekent zelf dat hij onvoldoende geconcentreerd was, omdat hij het traject te goed kent. Met een tractor wordt hij weer op de weg gesleept en bereikt hij alsnog de finish.
Op vrijdag kunnen de deelnemers uitrusten, waarna op zaterdag om vijf uur ’s middags de prijsuitreiking is gevolgd door het slotfeest om acht uur. Pat Moss vliegt in de tussentijd echter nog even heen en weer naar Luzern om daar aan een springconcours deel te nemen. Het Tulpenrallye-feest aan het einde van de rally, grotendeels georganiseerd door de heer Tappenbeck van Grand Hotel ‘Huis ter Duin’, is in deze jaren bijzonder populair onder de deelnemers. Het hotel is versierd met tienduizenden tulpen, er verschijnt een enorm koud buffet en diverse orkesten spelen in het hotel. ‘Huis ter Duin’ bestaat dit jaar 75 jaar! De dames Pat Moss en Ann Riley vormen de eerste geheel vrouwelijke equipe die de Tulpenrallye wint en zij nemen vanzelfsprekend daarmee tevens de Coupe des Dames mee naar huis. Voor Ann Riley is dit een bijzonder mooie afsluiting van haar rallycarrière. Zij stopt met de sport omdat zij een baby verwacht (Tulpenrallye deelnemer Peter Riley is de vader). Wedstrijdleider Nortier refereert hieraan tijdens de prijsuitreiking door zich of te vragen of de dames wel reglementair gewonnen hebben daar zij zich met drie personen in de auto bevonden. Joop Heidendahl en Bob Boekhout, met Alfa Romeo Giulietta, zijn de beste Nederlanders. De landenteamprijs gaat naar Engeland, terwijl het merkenteamklassement wordt gewonnen door Auto Union/DKW. Het team van de Koninklijke Zweedse Automobiel Club wint de clubteamprijs.
