HET VERHAAL VAN 1961
Aanvankelijk ligt het in de bedoeling om de rally op maandag 1 mei te beginnen. Dit is echter een nationale feestdag in Frankrijk en het lukt organisator Piet Nortier daarom niet om op die dag de benodigde gendarmes op de been te krijgen voor het afzetten van de speciale proeven. De start is nu op dinsdag 2 mei (weliswaar om 00.00 uur ’s nachts), waardoor de finish pas op vrijdagavond is en de rekenkamer dan de hele nacht moet doorwerken om op zaterdagochtend een klassement te kunnen publiceren. De snelste equipe per klasse krijgt op elke proef en speciale etappe nul strafseconden. De daarop volgende equipes krijgen strafpunten op basis van de tijd die zij achter de klasse-winnaar finishen: 1 strafpunt per seconde later. Dit systeem is met name gericht op het voorkomen van combines, zoals in de voorgaande editie. Verder zijn er 60 strafseconden per minuut te laat aan een (tijd)controle en diverse andere redenen voor mogelijke strafpunten. Tijdens de rally wordt het tussenklassement geheim gehouden voor de deelnemers; ook dit is om de combines te voorkomen. 3000 gendarmes worden ingezet voor de rally, terwijl de organisatie nog eens 250 officials op pad stuurt.
Voor de tweede keer wordt een nationale rally georganiseerd. Hierin starten onder andere vier DAF’s, voor Roeloffzen, v.d. Berg, Blansjaar en Kouwenberg. In totaal starten 38 deelnemers in de 2e Nationale Tulpenrallye, onder meer de gebroeders De Wild met een Volkswagen Kever onder nummer 208. Het BMC team schrijft een bijzonder sterke ploeg in voor de internationale rally, met de Morley brothers (winnaars van de TR in 1959), Pat Moss-Ann Wisdom, Gold-Hughes, Morris-Elford en Riley-Ambrose. Andere bekenden aan de start zijn Maus Gatsonides-Dries Jetten, de dames Hall en Domleo, Hans Tak, de Zweed Erik Carlsson (Saab) en het echtpaar Carstedt. Dooijes-Slotemaker gaan niet van start vanwege ziekte van Slotemaker. De Britse equipe Fischer-Rawkins doet aan de rally mee als huwelijksreis. In de Internationale Tulpenrallye gaan 142 deelnemers van start.
De route is in grote lijnen gelijk aan die van1960. In de rally zijn vijftien klassementsproeven en vier speciale etappes opgenomen. Na de start rijden de deelnemers direct via Luxemburg naar de Vogezen. Woensdagnacht is er een rust bij hotel Ripotot in Champagnole, waarna de route wordt voortgezet door een vrijwel geheel nieuw gebied. Woensdagmiddag komen de deelnemers in Monte Carlo aan voor een rust van 17 uur. Daar wordt nog een acceleratie- en remproef gehouden. De terugweg bestaat voor een belangrijk gedeelte uit het tegengesteld rijden van de heenweg. De laatste proef wordt gehouden op het circuit van Francorchamps in de Belgische Ardennen. De Vredestein service-auto’s staan tijdens de route op zeven verschillende plaatsen. Daarnaast vervoeren zij de bagage van de deelnemers en doet de grote bus in Monaco dienst als tijdwaarneming.
Tonio Hildebrand moet opgeven wanneer de organisatie hem in Champagnole een briefje geeft waarin staat dat hij niet verder mag omdat hem de rijbevoegdheid tijdelijk is ontzegd. De Duitsers Umbach en Riesenberg komen ondersteboven in een sloot te liggen. Walter en Steunebrink helpen hen om uit de auto te komen, wanneer dit te hardhandig gebeurd waarschuwen de onfortuinlijke Duitsers hen om voorzichtig te zijn met de lak van de Porsche.
Zij rijden later weer verder, met een broek en een paar schoenen buiten de auto zodat deze kunnen drogen. Hoewel de strijd tijdens de rally niet makkelijk te volgen is, er worden immers geen tussenstanden gepubliceerd, wordt het gaandeweg duidelijk wie de belangrijkste kanshebbers zijn: Hans Joachim Walter (Porsche) en Carl Magnus Skogh (Saab). Leslie Griffiths en Geoff Mabbs zijn de onverwachte winnaars van deze 13e Tulpenrallye. Zij winnen onder andere door het nieuwe systeem; zij rijden immers in een klasse met niet al te veel sterke tegenstanders en lopen daarom slechts weinig strafpunten op bij proeven waar zij niet als eerste finishen. De enige echte tegenstand in hun klasse komt van de eveneens met een Triumph Herald rijdende equipe Lewis en Stone, waardoor Griffiths en Mabbs niet genoeg winstpunten behalen.
In Eindhoven wordt overlegd en wordt afgesproken dat Lewis niet zal finishen zodat Griffiths wel voldoende punten haalt om de overwinning veilig te kunnen stellen. Lewis geeft 50 meter voor de finish in Noordwijk op. Het nieuwe systeem faalt dus op dit gebied, hetgeen tot de nodige kritiek aan de finish leidt. Mabbs wil zijn vrouw voor de prijsuitreiking over laten komen, maar doch dit kan aanvankelijk niet omdat haar paspoort in de kluis ligt en Mabbs de sleutel bij zich heeft. Via tussenkomst van de K.N.A.C. kan zij zonder paspoort naar Nederland reizen, maar zij komt helaas nog een half uur te laat om haar man de prijzen in ontvangst te zien nemen. Pat Moss en Ann Wisdom winnen met Austin Healey 3000 de Coupe des Dames. Jan Smulders en Luc van den Bergh winnen met DAF 600 de nationale rally. Zij hadden in de weken voor de rally het gewicht besparen tot een ware kunst verheven. Alle benodigde bekleding was uit de DAF verwijderd. Men gebruikte lucifers in plaats van aanstekers. Een kleine mistlamp was de enige concessie die het team deed. Zelfs kleding, eten en drinken werden thuisgelaten. Zo ontstond na afloop de grap dat Smulders en Van den Bergh een pyama deelden (de een het jasje, de ander de broek).