HET VERHAAL VAN 1959
De organisatie heeft dit jaar besloten om de aanlooproutes te laten vallen en alle deelnemers vanuit één startplaats te laten vertrekken. Zo is de route voor alle equipes exact gelijk en kan men direct na de start op basis van proeven en controles beginnen om een klassement te maken. De rally is verdeeld in twee klassen: één hoofdgroep voor de normale en verbeterde seriewagens en de tweede hoofdgroep voor de normale en verbeterde Grand Turismes plus de speciale seriewagens. Het aantal inschrijvingen valt tegen, met name het aantal Britse, Duitse en Nederlandse equipes is lager. De start is in Parijs, waardoor veel equipes niet in het thuisland kunnen starten. De hoofdklasse indeling, waardoor deelnemers met normale seriewagens weinig kans hebben, wordt als de belangrijkste oorzaak opgegeven. 2500 gendarmes worden tijdens de rally ingezet om de wegen of te sluiten en het verkeer te regelen. Hans Tak gaat van start onder nummer 1 met zijn Mercedes 300 SL. Piet Jetten en Louis van Noordwijk beginnen respectievelijk aan hun negende en hun tiende Tulpenrallye.
Parijs wordt alleen gebruikt als aanduiding voor de start. De eigenlijke start vindt plaats op het Circuit van Monthléry, 25 km ten zuiden van de Franse hoofdstad. Het eerste deel van de route voert door nieuw terrein in het midden van Frankrijk. Het bergmassief tussen Auvergne en Valence vormt een boeiend decor voor de rally. Door de Provence en het oostelijk gedeelte van de Franse Alpen, met een klim op de Puy de Dome, bereiken de deelnemers Valence. In de eerste nacht volgt, met zeer slecht weer, een traject van ruim 500 km naar Bedoin met maar liefst tien tijdcontroles in de eerste 300 km. De volgende dag vertrekt men vanuit Bedoin, het zuidelijkste punt van de rally, naar het noorden.
De eerste klassementsproef, 21 km tegen de Mont Ventoux, is nieuw in de rally en vormt met mist, hagel, sneeuw en een zeer harde wind een bijzondere uitdaging. Via de Chamrousse rijdt men dan naar Zwitserland waar op de Côte de Givrin voor het eerst in de Tulpenrallye een proef wordt verreden. De trajecten in de Vogezen zijn als gevolg van mist en regen bijzonder zwaar, en ook op de Route der Duizend Bochten in Luxemburg speelt de mist een rol. De slotproef op het Circuit van Zandvoort wordt onder slechte weersomstandigheden verreden, maar heeft verder geen veranderingen in het klassement tot gevolg. De rally zal de geschiedenis ingaan als ‘De barre Elfde’.
Hans Tak valt al spoedig uit met een kapot oliecarter. Slechts vier equipes blijven zonder strafpunten in de eerste nachtetappe naar Bedoin. Joop van Nieuwenhuijsen komt op een proef in de Vogezen drie herten tegen. De eerste twee weet hij te ontwijken, maar het derde raakt hij vol. Het zware dier belandt als gevolg van de aanrijding tussen de stenen. Tien minuten later is het hert van de weg verwijderd, zijn de stenen weer opgestapeld en rijdt Van Nieuwenhuijsen verder. Cees den Ouden verliest twee uur, wanneer een jongen van zestien struikelt als hij schrikt van de voorbijkomende auto’s. Hij verstuikt zijn duim, de politie constateert dat de jongen een maand niet zal kunnen werken en zet Den Ouden op basis daarvan in de gevangenis. Het kost hem twee uur en 10.000 frank om op borgtocht vrij te komen.
In Noordwijk krijgen drie equipes, ten onrechte, de strafpunten die zij op de proeven hebben opgelopen kwijtgescholden: Morley, Ballisat en Wallwork. Door meerdere problemen in de tijdopneming bij de rally en diverse controles, worden er veel protesten ingediend. Er wordt meer dan tien uur aan een stuk vergaderd over deze protesten en uiteindelijk komt er dan een uitslag. Morley/Morley/Hercock met Jaguar 3.4 zijn de winnaars van deze elfde editie, ondanks een aantal protesten. De Coupe des Dames wordt gewonnen door de Noorse Greta Molander, samen met Helga Lundberg met een Saab. Wiedouw en Gorris zijn de best geklasseerde Nederlanders. De Engelsen winnen de Landentrophée.
De organisatie realiseert zich na afloop dat de rally op deze wijze wellicht zijn eigen graf graaft. De meest uitgesproken (en dus top-) rijders hebben jaren gevraagd om een dergelijke zware editie, maar voor de meeste amateurs gaat dit te ver en gaat de lol er op deze manier spoedig vanaf. De dit jaar toegepaste klasse-indeling is een andere reden die het voor amateurs met een auto die de rest van het jaar op de gewone weg dienst moet doen, minder aantrekkelijk maakt.