HET VERHAAL VAN 1958
De tiende editie bevat tien klassementsproeven en tien speciale etappes. De organisatie hoopt vooraf dat de vierde tien gevormd zal worden door het rapportcijfer dat de deelnemers aan deze editie toe zullen kennen. De 219 inschrijvingen zijn verdeeld over de wedstrijd-klasse (202) en de rallyklasse (17), waarin op de speciale etappes geen tijden worden opgenomen. Het aantal Nederlandse (76) en Engelse (70) inschrijvingen loopt terug in vergelijking met voorgaande jaren. Aan de start staan vier auto’s van het type Mercedes 300 SL, onder andere die van de Nederlander Hans Tak die samen rijdt met Niemöller. Ian Appleyard, succesvol in eerdere edities, is terug aan de start met Bleakley met zijn Jaguar 3.4. De Ford Fairlane van het echtpaar Carstedt is de auto met de grootste motor (5440 cc).
De eerste twee proeven zijn uitgezet op de Nürburgring (van Schwalbenschwanz tot de Karussel en van Breidscheid naar het Gegengerade). In de Vogezen moet bij Le Hohwald de eerste 20 kilometer route worden omgepijld, omdat de weg onberijdbaar is door de hoge sneeuw. Er woedt op het moment dat de rally voorbij komt een sneeuwstorm. De derde proef is de Ballon d’Alsace (op zondag), die vanuit Giromagny wordt bereden. Via de Jura gaat de route vervolgens naar de Zwitserse grens. In Gex begint de route die voor de tweede nacht (die later zou worden beschreven als de ‘Nacht der Verschrikking’) op het programma staat. Er volgt dan een proef van ruim 10 km op de Col de la Faucille, waarna een bijzonder zware speciale etappe van de Col de la Faucille naar Le Port voert (met gemiddeld 70 km/u). Na 21 km volgt dan alweer de speciale etappe van St. Martin naar Belle, en etappes in de Auvergne en van Lamastre naar Tourlon. Na een korte rust in Valence, begint de tweede dag met de beklimming van de Col du Pin, gevolgd door de speciale etappe naar Dunière. Via de Col du Rousset rijden de deelnemers dan over de Chamrousse naar Chambéry, waarna de speciale etappe van Belley terug naar St. Martin wordt verreden.
Via Champagnole en Besançon arriveert men in Belfort, waar de derde nacht zal beginnen. Deze nacht door de Vogezen is bijzonder zwaar, vooral door de mist en de harde regen, en de deelnemers zijn dan ook zeer vermoeid wanneer zij de volgende dag in Luxemburg arriveren (de nacht kent een groot aantal uitvallers). Na een rust van een uur volgt dan een proef en de Route der Duizend Bochten (100 km) als speciale etappe. De laatste proef ligt bij Francorchamps, waarna men via een controle bij het Philips Ontspanningscentrum in Eindhoven koers zet richting Noordwijk. Na afloop blijkt dat deze tiende editie inderdaad de beste is van alle Tulpenrallye’s die tot dat moment georganiseerd zijn.
Op de Nürburgring raken twee Engelse Riley’s van de weg. De eerste, van Brooks-Sutcliffe crasht vlak na de start. Zij worden door een groep toeschouwers weer op de weg gezet. Vader en zoon Brookes overkomt hetzelfde, doch 3 km van de start. De oude Brookes loopt terug naar de start en vraagt dezelfde groep toeschouwers om de 3 km mee te lopen en ook hen weer op weg te helpen. Het lukt en de equipe bereikt uiteindelijk de finish in Noordwijk waar zij de helpers nogmaals bedanken. Na de eerste drie proeven zijn nog vier equipes zonder strafpunten: Tak, Carstedt, Anderssen en Skogh. Tak krijgt problemen wanneer een scheur in het spruitstuk van de uitlaat zorgt voor koolmonoxide in de auto. Zij zijn daarom gedwongen om, in het bijzonder slechte weer, met open kap te rijden. De rally is voor alle deelnemers bijzonder zwaar. Na zes proeven zijn er reeds 77 uitvallers genoteerd. Tak en Niemöller besluiten op de Ballon d’Alsace de strijd te staken wanneer zij naast de problemen met de uitlaat ook nog een kapotte dynamo hebben. Ook Ian Appleyard geeft in de derde nacht op, terwijl kanshebbers Carstedt en Carstedt in Luxemburg uitvallen met een defecte benzinepomp. Een aantal Nederlandse equipes doet het bijzonder goed in deze tiende editie: Schorr-Poll (Porsche), Coenen-Butter (Ford), Jetten Sr.-Van Noordwijk (Vauxhall), Visser-Van Renkum (Peugeot) en Gatsonides-Jetten Jr. (Standard Ten). Slechts 24 equipes bereiken zonder strafpunten de finish. Het klassement is in belangrijke mate gevormd tijdens de route, en de slotproef in Zandvoort heeft hier weinig invloed meer op.
De rally wordt overschaduwd door twee dodelijke ongevallen. In de speciale etappe naar Dunière rijdt de Saab van de Zweden Weider en Richardson tegen een tractor. Een Nederlandse arts is direct ter plaatse, maar Weider overlijdt de volgende dag. Op de slotproef in Zandvoort komt Werner Engel om. Hij was Europees kampioen in 1955 en wilde de 10e editie van de Tulpenrallye niet missen
De prijsuitreiking heeft ditmaal een sober karakter, gezien de twee dodelijke ongevallen. De Duitse mixed-equipe Günther Kolwes en Ruth Lautmann winnen de rally met een Volvo. Madeleine Blanchoud en Renée Wagner winnen de damesprijs met Auto Union 1000, terwijl het Nederlandse team de Landentrophée wint (Poll, Coenen, Schorr, Jetten Jr., Gatsonides en Butter). Schorr en Poll zijn met Porsche de beste Nederlanders op de derde plaats algemeen.