HET VERHAAL VAN 1956
Naast de wedstrijdklasse wordt dit jaar de rallyklasse geïntroduceerd. Hierin rijdt men exact dezelfde route inclusief de proeven, maar deze hoeven niet op snelheid te worden gereden. Helaas trekt dit initiatief slechts 17 extra deelnemers. De Franse overheid verlangt opnieuw dat er regelmatigheidscontroles in de route worden opgenomen. Wanneer het gemiddelde dat bij deze controles wordt gemeten hoger is dan 75 km/u (het gemiddelde voor de rally is vastgesteld op 55 km/u) dan krijgt men 30 strafpunten en boven de 85 km/u wordt men van verdere deelneming uitgesloten. Er wordt dit jaar streng gecontroleerd op de techniek van de deelnemende auto’s; 4 equipes worden gediskwalificeerd. Hans Tak vertrekt, als winnaar van vorig jaar, met startnummer 1 met zijn Mercedes 300 SL. De Zweed Andersen en de Deen Bussler starten in soortgelijke auto’s. Kurt Zeller start in één van de twee nieuwe (er waren er vier aangemeld) Porsches Carrera.
Via de aanlooproutes van elk ongeveer 850 km, die met een gemiddelde van tussen de 50 en de 55 km/u moeten worden afgelegd, bereiken de deelnemers Champagnole in de Franse Jura waar de gezamenlijke route begint. In de route zijn dit jaar negen klassementsproeven opgenomen. Monaco fungeert als het keerpunt van de rally. Om tien uur op zondagavond 6 mei begint de gezamenlijke route, voor een deel door Zwitserland. De 80 km naar Gex kent bijzonder veel bochten. In Gex begint de eerste proef: de beklimming van de Col de la Faucille. De tweede proef is de bekende klim naar de Auberge du Pin. De volgende twee proeven zijn nieuw in de rally: de Grimone-pas en de beklimming van de Col des Leques. In Monaco is men, mede vanwege de voorbereiding van de Grand Prix, niet in staat gebleken om een parc fermé in te richten. Technisch commissaris Cees Rijshouwer stapt daarom in het vliegtuig naar Zuid Frankrijk met een aantal potten verf. Deze worden voor de rust, van ongeveer 17 uur, in Monte Carlo op de motorkap en andere vitale delen van de auto als verzegeling aangebracht zodat er tijdens de rust niet wordt gesleuteld.
De weg terug begint met de heenroute van de vorige dag in tegengestelde richting. De volgende proef (de vijfde), is de Col des Leques. Deze wordt gevolgd door de Col Bayard met 4.9 km lengte. De zevende proef is met 17 km de langste van deze rally: de klim naar Chamrousse. Piet Nortier heeft al langer gepland om op deze berg te rijden, maar dat is nu pas mogelijk omdat de weg over de berg doorloopt, zodat de deelnemers op de top niet hoeven te keren. De Ballon d’Alsace is opnieuw in de route opgenomen, dit jaar als achtste klassementsproef. Er is dit jaar geen speciale etappe (Duizend Bochten) in Luxemburg en de Ardennen. De deelnemers zetten daarom vanuit Luxemburg via Echternach koers naar de Nürburgring. De proef daar beslaat slechts 5 km, waarna de equipes via de rust in Eindhoven naar de finish in Noordwijk rijden.
Het aangepaste handicapsysteem heeft dit jaar een duidelijke invloed op de uitslag. Na de eerste klassementsproef nemen Brookes Jr. en Sr. de leiding met hun Austin A30. Na de tweede proef worden zij op de voet gevolgd door vier auto’s van het type Standard 8. Tak is op vrijwel alle proeven de snelste, maar hij komt niet voor in de top van het klassement en eindigt de rally als 24e. Aan de finish blijkt dat slechts 17 deelnemers strafpunten hebben opgelopen. Dit heeft ook met het fraaie weer tijdens het evenement te maken, maar veel deelnemers vinden deze editie wat aan de lichte kant. Daarnaast blijft de kritiek op het handicapsysteem in deze 8e editie lange tijd bestaan. Jetten en Van Noordwijk finishen voor de zesde maal met nul strafpunten.
De slotproef op Zandvoort wordt dit jaar op donderdag, Hemelvaartsdag, gehouden. Vrijdag is een rustdag waarna op zaterdag de prijsuitreiking en het slotfeest volgen. Er wordt dit jaar geracet over tien ronden, waarbij alle auto’s in dezelfde klasse, in tegenstelling tot het jaar ervoor, in dezelfde race aan de start komen. De handicap voor deze proef is 25%, in plaats van 50%, hetgeen opnieuw een belangrijke invloed heeft op de uitslag.
Vader en zoon Brookes winnen met de kleine Austin A30 de rally, terwijl Ruth Lautmann samen met Renate Utermohl de damesprijs in de wacht sleept. Voor het eerst worden met de hand gesmede zilveren tulpen als klasseprijs uitgereikt. Nederland wint de Landen-trophée, met Tak, Koks en Kreisel, terwiil de K.N.A.C. de clubteamprijs wint met Coenen, Heidendahl en Van der Wansem. De merkenteamprijs wordt door Standard gewonnen. Piet Nortier ontvangt tijdens de prijsuitreiking namens de Nederlandse deelnemers, een grote doos in de vorm van een tulp met daarin een pijp en andere rookwaren.